Andrée Marie Clémence Bonhomme (1 December 1905 – 1 March 1982) was a Dutch composer.
From Wikipedia, the free encyclopedia

Life

Andrée Bonhomme was born in Maastricht and studied music theory and composition at the Maastricht Gielen Music Lyceum with Henri Hermansat and at The Hague. She received a teaching certificate in 1927 and made her debut as a pianist and composer with the Maastricht Municipal Orchestra in 1928. From 1928-40 she took summer courses with Darius Milhaud in Paris.[1]

After completing her studies, Bonhomme worked as a composer and as a pianist with the Maastricht Orchestra, and in 1932 took a position teaching music theory and piano at the Heerlen music school. Bonhomme wrote a number of works and songs on French texts, but her career declined during the World War II as she refused to sign a "non-Jewish declaration".[2] She was forced to resign from her orchestra position, and performance of her works was restricted to house concerts. In 1972 she received a royal honor.[3] She died in Brunssum, and her papers are housed in the Dutch Institute of Music in The Hague.[4]

 

 

Hans C.M. van Dijk
Andrée : Biografische schets van het leven van Andrée Bonhomme 1905-1982
 
Stichting Beheer Muzikale Nalatenschap Andrée Bonhomme (Utrecht, 1996)
http://home.planet.nl/~harme066/andreebonhomme.pdf

Works

opus titel bezetting datering
1 't Lied der dennen zang, piano 24 dec. 1920
[2] Adagio piano 1 jan. 1921
3 Arme visschers van Lancise zang, piano 12 apr. 1920
4 Illusion piano 3 aug. 1924
5 Sonnet piano 3 sep. 1924
6 geen kompositie bekend    
7 Menuetto piano 2 feb. 1925
[7a] Menuetto orkest ± 1940
8 Elégie piano 25 feb. 1925
9 Eenzaamheid piano 15 juli 1925
10 Avond zang, piano 12 juli 1925
[11] Elégie viool, piano 9 nov. 1925
12 Arabisch lied zang, piano 12 nov. 1925
13 Larme et perle zang, piano 11 mei 1926
14 Intermezzo strijkorkest 22 nov. 1925
15 Elégie strijkorkest 13 mei 1925
16 Concerto in c piano juli 1926
17 De gesluierde zang, piano 23 jan. 1927
18 Romance viool, piano 30 nov. 1926
[18a] Romance viool, orkest 10 jan. 1929
19 Schets 1 [1e serie] piano 15 mrt. 1927
20 Schets 2 [1e serie] piano piano 18 mrt. 1927
21 Le bonheur est comme une corbeille zang, piano 19 apr. 1927
22 Schets 3 [1e serie] piano 5 mei 1927
23 Schets 4 [1e serie] piano 15 mei 1927
24 Schets 5 [1e serie] piano 20 mei 1927
25 Schets 6 [1e serie] piano 22 mei 1927
26 Wiegeliedje strijkorkest 5 juni 1927
27 Verlangen orkest 6 aug. 1927
28 Silence zang, piano 13 aug. 1927
29 Tendre missive zang, piano 29 aug. 1927
30 geen kompositie bekend    
31 Souvenir viool, piano 3 nov. 1927
32 geen kompositie bekend    
33 Als de stilte spreekt orkest 5 nov. 1927
[34] Amico zang, piano jan. 1928
35 Schets 1 [2e serie] piano 20 feb. 1928
36 Schets 2 [2e serie] piano 21 feb. 1928
37 geen kompositie bekend    
38 Le tzigane dans la lune zang, viool, piano 23 mrt. 1928
39 Melancholy zang, piano 27 apr. 1928
40 Berceuse zang, piano 1927
[40a] Wiegeliedje zang, orkest 1927
41 Schets 3 [2e serie] piano 10 mei 1928
42 Triptiek 1 [naar tekeningen van Rie Cramer] piano 22 mei 1928
43 Triptiek 2 [idem] piano 4 juni 1928
44 Triptiek 3 [idem] piano 7 juni 1928
45 Schets 4 [2e serie] piano 26 juni 1928
46 Werk zonder titel viool, piano 2 juli 1928
[46a] La mélodie est douce zang, piano 26 juli 1928
47 De trekkende schipper orkest 28 aug. 1928
48 Blauwe vaas met kersebloesem orkest 18 sep. 1928
49 La mort des amants zang, orkest 30 sep. 1928
[50] Le passant zang, orkest 11 sep. 1928
51 Laan met [hooge] boomen [ook genoemd:] 'Sehnsucht' piano 22 nov. 1928
[51a] Laan met boomen orkest (cf. 47/48) 17 feb. 1929
52 Lied zang, orkest 4 feb. 1929
53 De gang naar het einde orkest 25 mrt. 1929
54 geen kompositie bekend    
55 Vreugde zang, piano 9 juni 1929
56 Wals in AS piano 29 juni 1929
[56a] Wals in AS orkest 9 juni 1930
57 geen kompositie bekend    
58 Paraphrase [I] orkest 3 sep. 1929
59 Le narcisse zang, piano 2 dec. 1929
60 Herfst zang, orkest 16 dec. 1929
61 Werk zonder titel viool, piano 24 dec. 1929
62 geen kompositie bekend    
63 Rêverie viool, piano 27 mrt. 1930
64 geen kompositie bekend    
65 werk zonder titel zang, piano juli 1930
66 Ik had een droom zang, piano 10 nov. 1930
67 La flûte de Jade [liedcyclus] zang, piano 24 dec. 1930
[67a] La flûte de Jade [liedcyclus] zang, orkest 1931
68 Une chanson zang, piano 7 apr. 1931
69 Ein kleines Lied zang, piano 12 apr. 1931
70 Erotic viool, piano 1 sep. 1931
71/1 Toujours zang, piano 8 sep. 1931
71/2 Prière zang, piano 6 oct. 1931
72 geen kompositie bekend    
73 Paraphrase [II] orkest 10 nov. 1931
[73a] Paraphrase [II] ['KRO-zetting'] orkest ± 1940
74 geen kompositie bekend    
75/1 La pluie sur les roses zang, piano 26 jan. 1932
75/2 Resignation zang, piano 4 feb. 1932
76 Dansons la gigue solo, koor, orkest 18 juli 1932
77 De waterlelie zang, piano 30 mei 1932
78 Laat mij dit eene zang, piano 2 nov. 1933
[79] Heures d'été zang, piano 10 nov. 1933
[79a] Aporte des cristaux d'or zang, piano ± 1933
80 Destinow-liederen zang, piano 2 jan. 1934
[80a] Destinow-liederen zang, orkest 1934
81 Poème de l'extase orkest 1935
[82/1] Les trois filles zang, piano 10 juli 1937
[82/2] Au mois d'Avril zang, piano 24 juli 1937
83 Xanthis [ballet] orkest 1938
[83a] Balletsuite [I] orkest ± 1940
[83b] Balletsuite [II] orkest ± 1941
84 Deux chansons Arabes zang, piano ± 1941
[84a] l'Autre zang, piano ± 1941
[84b] Deux chansons Arabes zang, orkest medio 1941
[84c] Lamento cello, piano jan. 1942
85 La tourterelle zang, piano geen
86 Pièce en forme de sonate [sonatine] cello, piano feb. 1943
[87] Le chant des guerriers mannenkoor a.c. mei 1941
[87a] Panyre aux talons d'or declamatie, piano jan. 1942
88 Sonate pour violon et piano viool, piano 2 nov. 1943
89 Schéhérazade [liedcyclus] zang, piano 31 juli 1944
[89a] Schéhérazade [liedcyclus] zang, orkest 1945
[90] In memoriam Henri Hermans cello, piano feb. 1947
[91] Le tombeau d'Antar ensemble solo, mannenkoor, 23 apr. 1952
[92] Berken zang, piano 29 sep. 1953
[93] Je gezicht zang, piano 29 okt. 1953
[94] 4 mélodies de Tristan Klingsor [liedcyclus] zang, orkest nov. 1955
[95] Receuillement vrouwenkoor 7 juni 1956
[95a] Receuillement mannenkoor ± 1956
[96] Lo lusignole mannenkoor okt. 1956
[97] Cantabile orgel 18 nov. 1956
[98] Giocoso orgel 2 dec. 1956
[99] Madrigale orgel 9 dec. 1956
[100] Prélude et fugue strijkkwartet 30 dec. 1956
[100a] Twee ontwerpen van een fuga strijkkwartet beg. 1957
[101] Triptique orkest 18 mei 1958
[102] Vocalise
Sheherazade, song cycle
onbekend 1960

Notes :

1: Volgens Andrée zelf is dit lied al vroeger ontstaan en wel omstreeks 1916; zij speelde het voor aan de Luikse komponist Charles Smulders die haar ten stelligste aanmoedigde met komponeren door te gaan. Zie hiervoor interview met Andrée Bonhomme in de ’Staarbode’ (het maandblad van de zangvereniging ’Mastreechter Staar’) van september 1949, pg. 2
4: Datum copie: 4 september 1924
7: Datum copie: 24 april 1927, dit werk werd in geïnstrumenteerde vorm opgenomen in het ballet ’Xanthis’
12: Datum copie: 16 december 1926
14: Authentieke ’vergissing’ in de chronologie: opus 15 draagt als datum 13 mei 1925 en is dus vroeger ontstaan dan opus 14, gedateerd 22 november
16: Datum copie: 6 januari 1927; blijkens de rusten in de pianopartij is er zeker gedacht aan orkestbegeleiding maar hiervan is niets bewaard gebleven, als er al ooit een partituur is geweest
17: Datum copie: 1 maart 1927
18: Datum copie viool/pianoversie: 5 februari 1927
18a: datum copie viool/orkestversie: 10 augustus 1938, gezien de bijzondere plaats van dit stuk in het leven van Andrée wellicht geschreven voor een uitvoering met orkest buiten Maastricht
28: Datum copie: 22 augustus 1927
31: Datum copie: 6 november 1927
35: Evenals opus 19/20 en 22/25 opgezet als serie van zes; de laatste twee schetsen ontbreken, werden wellicht nooit geschreven
40: Datum: 1927; omstreeks 1940 opgenomen in ballet ’Xanthis’, [cf. letter C van de partituur]
40a: Fragment
46a: Fragment
47: Instrumentatie voltooid 26 januari 1929
48: Instrumentatie voltooid 26 januari 1929
49: Bevat kritische notities van Darius Milhaud
50: Fragment
51: Datum copie: 23 november 1928
53: Voltooid 24 juni 1929
56a: Later opgenomen in het ballet ’Xanthis’
60: Voltooid 14 februari 1930
61: Alleen schets bewaard gebleven
62: Dit opusnummer werd oorspronkelijk toegekend aan het lied ’La tristesse précieuse’, de dato 6 januari 1930; dit lied werd opgenomen in de cyclus ’La flûte de Jade’ [zie opus 67]
67: Deze cyclus bestond oorspronkelijk uit:
a. Ngo gay ngy [= tuin in maanlicht], de dato 24 december 1929
b. La tristesse précieuse [opus 62], de dato 6 januari 1930
c. Le pavillon de la musique, de dato 9 januari 1931
d. La dernière promenade, de dato 9 februari 1931
e. Clair de lune, ontworpen op 3 februari 1931, voltooid op 29 februari 1931
f. Une chanson [oorspronkelijk opus 68], de dato 7 april 1931
In de versie met orkest, die in de loop van 1931 ontstond, verdween ’a’ en werd ’e’ vervangen door het lied ’Prière’, dat op zijn beurt als werk voor zang en piano op 6 october 1931 werd geschreven als opus 71/2; alleen van ’La tristesse précieuse’ is een gedateerde schets bewaard gebleven: 20 september 1931
68: Zie opus 67
70: Datum copie: juli 1938
71/2: Opgenomen in ’La flûte de Jade’; cf. opus 67
73a: Bewerking met gereduceerde orkestbezetting voor het ’KRO symphonieorkest’ van opus 73;
is in het najaar 1940 door de KRO op glasplaten opgenomen maar niet uitgezonden. Dirigent was Pierre Reinards, zelf oud-leerling van Henri Hermans
79: Een van de moeilijkste puzzles in de chronologie; dit werk draagt het opusnummer 81/2 en is gedateerd 10 november 1934. Noch het een noch het ander is waarschijnlijk; opus 81 is een ander werk dat niets met dit lied te maken heeft, de datum klopt chronologisch niet en in het najaar 1934 gebruikte Andrée ander papier dan een jaar daarvoor. Aangezien er geen opusnummer 79 was en het lied heel goed in de context van 1933 past, heb ik het daar geplaatst. Voor ’10 november 1934’ lees ik dan ’10 november 1933’
79a: De partituur van dit ongedateerde lied zat ingevouwen in de partituur van opus 79; aangezien noch papiersoort noch handschrift noch muzikale stijlkenmerken wijzen op een later tijdstip dan 1933, neem ik aan dat het bij opus 79 behoort. Ik ben me ervan bewust dat bovenstaande redenering nogal onwetenschappelijk is maar, zoals mijn leermeester prof. dr. Marius Flothuis het eens formuleerde: ’soms moet je de wetenschap laten voor wat zij is en gewoon je intuïtie volgen’
80: Deze cyclus bestaat uit de liederen:
a. Bloemenschip, de dato 2 januari 1934
b. Slaapliedje, de dato 15 januari 1934
c. 1001 nacht in Japan, de dato 2 februari 1934
d. Droomen, de dato 15 februari 1934
de instrumentatie werd gemaakt in de maanden augustus tot en met oktober 1934
81: Andrée werkte aan haar ’Poème de l’extase’ van februari tot april 1935; in januari 1937 werden nog wijzigingen in de partituur aangebracht. Dit werk werd uitgevoerd op 30 juni 1940 tijdens een ’studieconcert Maneto’ [zie biografische schets] en was daarmee de eerste kompositie voor orkest die buiten Limburg tot klinken kwam
83: De eerste ontwerpen van het ballet ’Xanthis’ dateren uit 1938. Het plan was een tiendelig ballet voor vier dansers te maken, waarbij Andrée de hoofdrol toedacht aan Jkvr. Noëlle van der Maese de Sombreff, die onder de kunstenaarsnaam ’Noëlle de Mosa’ aan het einde van de jaren dertig als balletdanseres grote furore maakte. Zij was prima ballerina bij het fameuze ballet van Kurt Jooss. Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog in september 1939 vroeg dit balletgezelschap - toen op tournee in Zuid-Amerika - politiek asiel aan. De leden kwamen pas in 1945 of later in Europa terug. Vandaar ook dat Noëlle de Mosa en Andrée Bonhomme elkaar volledig uit het oog verloren en de partituur van ’Xanthis’ nooit geheel werd voltooid. Er is een pianoparticel van het gehele werk, (laatste maten geschreven in september 1940) inclusief opus 7, opus 40 en opus 56 maar daarvan zijn slechts vijf delen geïnstrumenteerd
83a: In de winter 1940/1941 zegde de dirigent Henri Hermans zijn orkestlid Andrée Bonhomme een uitvoering van haar werk toe. Andrée koos echter voor de uitvoering van vier voltooide delen en presenteerde deze als ’suite uit het ballet ’Xanthis’. Het waren de delen:
a. Danse de Xanthis
b. Menuetto [opus 7a]
c. Valse [opus 56a]
d. Burlesque
Deze suite werd uitgevoerd door het MSO en het USO, o.l.v. Henri Hermans, einde 1940. Kort daarop verzocht ook de KRO om een uitvoering; in dit geval gaf Andrée er de voorkeur aan om uit enkele andere fragmenten een tweede balletsuite samen te stellen. Dit waren de delen:
a. Prélude et danse de ’Xanthis’
b. Intermède
c. Danse de Faune
Een uitvoering was gepland op 12 april 1941 door het KRO-orkest o.l.v. Pierre Reinards maar deze uitvoering heeft niet plaatsgevonden. Daarna is de suite blijven liggen.
Het ballet ’Xanthis’ is qua omvang Andrée’s grootste werk
84: Onder dit opusnummer zijn weer meerdere werken genoemd, die niets met elkaar van doen hebben, m.a.w., het opusnummer is ergens onjuist. Het vroegste werk is een met ’januari 1941’ gedateerd ’Lamento’ voor cello en piano; daarnaast zijn er ’Deux chansons Arabes’ en wel:
a. Attente
b. Après
Van deze twee liederen bestaat ook een instrumentatie met nog enkele losse orkestpartijen. Een schetsmanuscript hiervan is gedateerd ’juni 1941’. Bovendien is er een derde, niet gedateerd lied ’l’Autre’, dat ik om stylistische en orthografische redenen bij de ’Deux chansons’
plaats.
Het ’Lamento’ is opgedragen aan F. d’A. Hierachter schuilt de naam van François Comte d’Avou Dion, een oudoom van Andrée in Frankrijk, die zij voor 1940 herhaaldelijk bezocht. Deze oudoom stierf in november 1941; de datering van het handschrift is dus onjuist en moet natuurlijk ’januari 1942’ luiden. Daarom ook is dit werk hier als opus 84c vermeld. Het manuscript van opus 84c is in bezit van John Slangen te Kerkrade, die het een aantal jaren geleden bij een Maastrichtse muziekhandelaar kocht. Het manuscript is afkomstig uit de nalatenschap van de cellist Chrétien Bonfrère, die een collega van Andrée aan de Heerlense muziekschool en in het Maastrichts Stedelijk Orkest was. De muziekhandelaar heeft een staaltje van ’vakkennis’ en piëteit ten beste gegeven door een groot stempel op het manuscript te zetten. Bepaald geen reklame! Ook het optreden van John Slangen is geen reklame voor hem zelf en geeft geen blijk van elementaire gevoeligheid.
Slangen weigert het manuscript van opus 84c, dat hij voor een paar gulden kocht, af te staan aan het ’Archief Andrée Bonhomme’. Hij is daarmee de enige bezitter van een manuscript, die meende zo te moeten handelen. Vermeldenswaard is zijn argumentatie: ’nu is mijn manuscript nog unieker en nog waardevoller.’ Slangen was meerdere jaren sekretaris, later voorzitter van het ’Genootschap van Limburgse komponisten’. Ook al weer geen reklame!
85: Dit lied is niet gedateerd; er is alleen een schets bewaard gebleven. In een declaratie voor het BUMA uit 1953 [01] vermeldde Andrée een lied op tekst van Albert Samain: ’La tourterelle de Rolande’ [02]. Van dat lied is geen spoor te vinden. Zou zij misschien toch ’La tourterelle d’Amyncone’ hebben bedoeld, eveneens op tekst van Albert Samain, en zich alleen in de titel hebben vergist? Indien deze veronderstelling juist is moet het lied voltooid en in partituur uitgeschreven zijn geweest.
Waar zou die partituur zich dan bevinden?
87: Dit is het enige ’bewust onjuiste’ opusnummer in het werk van Andrée.
De gedrukte partituur is gedateerd mei 1941 en er is geen enkele reden om aan de juistheid van deze datering te twijfelen. Bovendien zijn de schetsen op hetzelfde soort papier als gebruikt voor opus 84. Het laatste opusnummer waarvan het bijbehorende werk niet bekend is, is opus 74 uit de jaren 1931/1932. Het is alleen al muzikaal/stylistisch gezien absoluut onmogelijk dat ’Le chant des guerriers’ uit deze periode stamt. Ook gedurende de jaren 1941-1945 zijn alle opusnummers met gedateerde partituren vertegenwoordigd, uitgezonderd opus 87. De enige mogelijkheid is dus dat Andrée dit werk na opus 86 alsnog van een opusnummer heeft voorzien.
’Le chant des guerriers’ was tijdens het zangersconcours van 1949 te Scheveningen het verplichte werk in de hoogste afdeling
87a: Opdracht gedateerd: 12 april 1942
89: De cyclus bestaat uit de liederen:
a. Chanson de flûte, de dato 31 juli 1944
b. Chanson triste, de dato 10 augustus 1944
c. Demande, de dato 12 augustus 1944
d. l’Ibis mort, de dato 18 augustus 1944
Op de plaats van het eerste lied stond oorspronkelijk het lied ’Paysage’, eveneens gedateerd 31 juli 1944; de schetsen van de instrumentatie dateren uit augustus 1944; de instrumentatie werd voltooid in de eerste weken van 1945
91: Voltooid op 16 mei 1953; materiaal bevindt zich in de bibliotheek van het KONEZA te Hoensbroek
92 / 93: Mevrouw W. Michiels van Kessenich was de echtgenote van de toenmalige burgemeester van Maastricht. Andrée was bevriend met mevrouw Michiels en gaf daar aan huis pianolessen aan de kinderen
94: Deze liedcyclus was een regeringsopdracht en van meet af aan bedoeld voor zang en orkest. Er bestaat dan ook geen piano-uittreksel van. De delen zijn:
a. Evocation
b. La main fleurie
c. Berceuse triste
d. La vase de Syrie
95a: Waarschijnlijk heeft de kennismaking met Gerard Kockelmans en zijn ’Maastrichts Mannenkoor’ in het voorjaar 1956 er toe geleid dat Andrée haar ’Receuillement’ ook voor mannenkoor bewerkte. Het is veel gemakkelijker dan opus 87
100: fuga voltooid 15 januari 1957, prélude voltooid 3 februari 1957, verbeteringen in instrumentatie de dato 28 maart 1957. Ontwerpen opus
100a behoren wel bij opus 100 maar hebben betrekking op andere fuga (soort voorstudie)
101: Autografe partituur ontbreekt; orkestmateriaal in bibliotheek LSO te Maastricht
102: Nog in het begin van de jaren zestig had Andrée het plan een ’Vocalise’ te schrijven voor solo-stem, vokaliserend mannenkoor en begeleiding. Dit plan is nooit gerealiseerd [03]

 

References

  1. ^ Sadie, Stanley; Tyrrell, John (2001). The new Grove dictionary of music and musicians: Volume 3.
  2. ^ "Bonhomme, Andrée (Marie Clémence)" http://www.law-guy.com/dummygod/Entries/S48109.htm. Retrieved 29 January 2011.
  3. ^ "Andrée Bonhomme" Retrieved 29 January 2011.
  4. ^ Sadie, Julie Anne; Samuel, Rhian (1994) (Digitized online by GoogleBooks). The Norton/Grove dictionary of women composers. http://books.google.com/books?id=IvoQQU1QL_QC&pg=PA74&dq=Andr%C3%A9e+Bonhomme+(1905%E2%80%931982)&hl=en&ei=KrBETdndJIL58Aau8YzLAQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1&ved=0CCcQ6AEwAA#v=onepage&q&f=false. Retrieved 4 October 2010.

 

Andrée Bonhomme
(Maastricht, Décembre 1, 1905 - Brunssum, Mars 1, 1982)

Dernière mise à jour: 02/12/2006 09:15

Elle étudia le piano avec Maria Gielen au Lycée de musique de Maastricht et la théorie musicale et la composition avec Henri Hermans. Elle a étudié la musique à La Haye après, je ne sais pas qui. Entre 1928-1940 elle est allée en été à Darius Milhaud à Paris. Dans le début des années cinquante, elle a étudié pendant quelques mois à Maastricht en Matty Niel. En 1928, elle a fait ses débuts comme pianiste de concert avec l'Orchestre Municipal de Maastricht menée par Henri Hermans avec un concerto pour piano de Mozart en tant que compositeur avec trois esquisses pour orchestre de chambre. Peu de temps après, elle était comme jouer du piano et l'étoile céleste connecté à l'orchestre. En 1932, professeur Bonhomme Andrée de la théorie et le piano à l'Ecole de Musique Heerlen. Sa musique est très orientée vers français et compatible avec Debussy et Ravel. Malgré une très forte influence française dans sa musique, elle a continué, selon les commentateurs eux-mêmes différents de toute façon. Il a aussi écrit des chansons en particulier sur les textes français, a diminué au cours de la Seconde Guerre mondiale, mais certaines concessions au régime nazi (par exemple, elle n'était pas un membre de la Chambre de la Culture) et les performances de son travail ont ainsi été limitée à des concerts maison. Ses chansons ont été écrites entre 51 1920 et 1955. Sa musique est dans le manuscrit de l'Institut de musique néerlandais à La Haye et les doublons dans une archive ombre à Maastricht. [1]

Andrée Bonhomme

Lors d'une soirée de chansons Bredero Elizabeth en 1960 pour la première fois en public le Sheherazade cycle réalisée avec Andrée Bonhomme au piano. Un examen dit [2] : «C'est un cycle magnifique de ce qui en particulier la première chanson de Chansons flûte excellence grâce à une forte atmosphère et une partie de piano délicat. Bonhomme apparaît sous de fortes influences françaises sont, sans toutefois perdre son individualité. La beauté exotique et poétique de ces textes, elle habilement façonné. A juste titre rendu hommage à son peuple et de la chanteuse avec insistance. "Ce n'était pas la première représentation, parce que lors d'un concert maison de l'hiver '45 / '46 était ce travail déjà effectué par les Gruys Amsterdam Hans Singer. En 1972, le cycle de Sheherazade de Christa Wolf et La Flûte de Jade Allemagne Withag effectuée par le baryton à Heerlen, à la fois nouveau avec accompagnement de piano, bien que les deux une version orchestrale existe. Jan Schouten écrit à propos de ce concert: "Ma première impression était: Toute cette musique serait sur ​​le programme des meilleurs artistes signifie un ornement. [...] Un peu plus attentif et réfléchi, le constat que la musique d'Andrée Bonhomme identique à la personnalité essentielle du compositeur. Même si ils doivent ensuite subir l'influence forte d'un grand homme comme Darius Milhaud, elle est dans sa musique "lui-même." C'est une claire. Le franc-parler à consonance française de musique », a souligné« heureusement la poésie sensible, qui est une indication sans équivoque de la nostalgie. " [3]

Andrée Bonhomme a également écrit des chansons sur des textes asiatiques en traduction française, et elle était aussi loin que je sache le seul compositeur néerlandais qui a également sauf le chinois (anonyme) la poésie arabe utilisé.

Chansons dans un ordre

Andrée a écrit en 1955 son Bonhomme Quatre Mélodies Tristan Klingsor la suite d'un décret du gouvernement. Ce sont aussi les dernières chansons de Andrée Bonhomme. Un journal consacre un article à cet ordre du gouvernement. Cals ministre de l'Éducation, des Arts et Sciences a pour mission de composer des chansons pour voix avec accompagnement d'orchestre (de préférence de chambre) avant Avril 1, 1956. [1]

Une telle ordonnance ne semble pas automatiquement conduire à l'exécution des travaux: En 1958, dit (encore inconnue) journal: «Et ces chansons de la bande ont une fois de plus venez vite à l'exécution." Ils sont également bien ses chansons seulement pendant sa vie sont émises (par Donemus). Andrée Bonhomme a reçu en 1972 un honneur royal, dont elle a été remis lors d'un concert, y compris ses 2 cycles de mélodies de La Flûte de Jade et de Sheherazade ont été réalisées. [2 ]

À Andrée Bonhomme est également un site Web consacré. Cliquez ici pour Andrée Bonhomme Fondation.

Il ya aussi un CD récent avec certains de ses travaux publiés. L1 et la Fondation Andrée Bonhomme ensemble un CD avec de nouveaux modèles, mais aussi avec du matériel historique. Les travaux sur le CD sont: Piece en forme de la sonate, Le Tombeau d'Antar, Le Chant Des Guerriers, Dansons la gigue, la Sonate pour violon et piano, flûte de Jade La, Prélude et Fugue versez cordes et Quator un Xanthis suite de ballet.

[1] journal inconnu, néerlandais Institut de Musique de La Haye L'enveloppe, archive Andrée Bonhomme, Box 2783, avec coupures de presse.

[2] Dagblad du 29 Février Limburger 1972<

[1] des données biographiques sur la base de Hans CM van Dijk, Andrée: esquisse biographique de la vie d'Andrée Bonhomme 1905-1982  (Utrecht, La Musicale Legacy Foundation Andrée Bonhomme, 1996) et des coupures de journaux dans ses archives, Néerlandais Musique Institut de La Haye, archive Andrée Bonhomme, Box 2783, enveloppe avec coupures de presse.

[2] journal inconnu, néerlandais Institut de Musique de La Haye L'enveloppe, archive Andrée Bonhomme, Box 2783, avec coupures de presse.

Le travail a été la fin de 1945 ont été réalisées lors d'un concert maison.

[3] Examen d'un journal inconnu, néerlandais Institut de Musique de La Haye L'enveloppe, archive Andrée Bonhomme, Box 2783, avec coupures de presse.

 

WELKOM OP DE WEBSITE VAN

ANDRÉE BONHOMME (1905 - 1982)
http://www.andreebonhomme.nl/welkom.htm

Si tu veux être libre et fort . . . . travaille!
(lijfspreuk van Andrée Bonhomme)

Wilt u kennis maken met de muziek van Andrée, klik dan op onderstaande notenbalk:

contact : info@andreebonhomme.nl

opmerkingen over de site :
webmaster@andreebonhomme.nl

 

En son temps avait manifestement le plus grand défenseur de Andrée Bonhomme lui-même son travail. Ses premières compositions ont été consacrées à des personnes de son environnement immédiat, surtout vakmusici. Dans les années trente et quarante ont été le chef d'orchestre Henri Hermans et le violoniste Jules Dreissen, près de Kirchheim, qui parie pour son travail, chacun à sa manière.

Dans les années 1950 ont été les chefs de train Henri Heydendael et Gerard Kockelmans, qui se rendit à ses œuvres pour chœur d'hommes, tandis que la charge de Christa Wolfs dans les années 1960, Monny Kremer, Jo Mertens et autres collègues proches de l'école de musique de la Heerlen introduit régulièrement ses compositions jouées. Après 1972, cependant, cela devenue impossible.

Histoire de la « Archive » Andrée Bonhomme

Après avoir pris sa retraite à l'école de musique de la Heerlen donne toujours des leçons est resté Andrée Bonhomme. L'intention était qu'ils continueraient à maintenir un certain niveau, jusqu'à ce que ses élèves derniers seraient arrivé. Malheureusement, a provoqué une hémorragie cérébrale en 1972 qu'ils devaient cesser. Il est typique pour son caractère-peut-être aucune propriété positive-qu'ils franchirent sciemment des liens étroits avec sa boîte. L'adieu aurait fait sa trop grande douleur et elle voulait empêcher ce soi conscient de prendre la décision: « Je peux ne plus exercer, je prends ma box loin de ma boîte. » Elle était depuis puis de sa profession et de « plus tôt » pas plus accessible, plus difficile a visité et écouté des concerts de musique plus. Contre sa soeur Annie, mais aussi contre les connaissances qu'elle a dit à plusieurs reprises: « il m'intéresse tous rien de plus » et que c'était trop. Le résultat, cependant, est qu'ils ont progressivement devient solitaires parce que les gens de son ancien pris avec elle et tous les contacts vakkring pas plus lamentables au fil du temps. Juste un vieux-collegie, la chanteuse Loek van Oppen, reste sa fidélité. Van Oppen arrangés dans ses dernières années toutes ses affaires personnelles et financières. Après sa mort, il a hérité ses possessions plus personnelles. Aussi les manuscrits de ses compositions sont trouvaient au-dessous.

Ces manuscrits ont été stockées dans une boîte en carton, qui préservait Andrée dans sa chambre. Lorsque elle dans sa maison en 1979 à la rue de tacite s'installe au repos maison « Louise » Heerlen à Brunssum, elle a dû jeter une grande partie de son contenu en raison de l'espace plus petit. La boîte avec des compositions est allé à Brunssum. Cependant, il n'est pas probable que le contenu qu'une grande partie a été visualisé. En 1980, la visite d'automne d'un ancien étudiant, got Andrée Louis Bos de Heerlen. Elle lui avait donné des cours de piano dans le passé. Woods a étudié le chant au Conservatoire d'Utrecht et musicologie à l'Université. Il était donc de deux disciplines qui s'intéressent aux travaux de son ancien professeur, considéré comme même la possibilité dans le futur afin de promouvoir le travail du Bonhomme. Selon son propre aveu lui donna la boîte avec les compositions de Andrée. Il doit aimer et faire ce qu'il voulait avec le contenu. Loek van Oppen, qui a donné une lecture différente plus tard.

Est lorsque je dessinais, bientôt devenu en 1981 dans le Limbourg dans l'histoire de la musique et la culture de Limbourg intéressé. Mes collègues puis au Conservatoire de Maastricht, la Delnooz et la musique professeur Piet komponist Henri Theunissen (le dernier était en école de musique de la gestionnaire de Heerlen) furent les premiers à me sur l'existence de Andrée Bonhomme et de son travail. J'étais encore très très occupé dans une phase exploratoire de Limbourg, que d'une visite à Andrée, rien n'est venu et je l'ai malheureusement ai jamais rencontrée. Une visite était vraiment prévue, surtout qu'ici par Delnooz et Theunissen, qui avait entendu ses performances de compositions a été instamment. Un stimulus supplémentaire est le fait que nulle part travaille de Andrée se trouvent pas dans le commerce mais également pas de bibliothèques et d'autres collections. Quand enfin, je voulais prendre un rendez-vous avec Andrée a montré qu'elle avait raison et j'ai été redirigé vers Loek van Oppen, est décédé.

Dans un premier téléphone contact cela a révélé extrêmement distant et pas facilement disposé à une conversation. Il y a plus de quatre années écoulées. En 1986, j'ai reçu la commande d'écrire un livre sur le « Limburgs Symphonie Orkest » plus de cent ans. Pendant la recherche je trouve dans les archives de nombreuses données personnelles à Andrée et à la bibliothèque de la LSO le score de son « Triptique pour Orchestre » de 1958, son dernier kompositie. En outre, j'ai recueilli des matériaux pour un livre sur komponisten Limbourg. C'était un motif de recherche une fois de plus avec Loek van Oppen kontakt. Cette première visite a été difficile parce que je ne pouvais pas dire où Van Oppen, à cette époque a trouvé les manuscrits d'Andrée. J'ai essayé de savoir qui de la BUMA via la Loi sur le droit d'auteur est l'héritière d'Andrée et est entré en contact avec Mme Annie Harmes-Bonhomme Maastricht, la sœur d'Andrée. Elle savait que de dire que la boîte avec les manuscrits en possession de Louis Bos, qui, à l'époque, vivait à Madrid. Loek van Oppen, ce visage, toutefois, a affirmé que Louis Bos les manuscrits avait reçu seulement des prêts en souffrance et ils reviennent. Contacts avec les collaborateurs de Louis Bos d'accord sur rien, pas même quand d'autres en interférant.

Pendant ce temps, j'avais reçu de manuscrits différents quartiers avec des oeuvres du Bonhomme et j'ai eu l'opportunité d'acheter deux manuscrits dans un magasin d'antiquités. L'étude de ces manuscrits et de la découverte du fichier du personnel Bonhomme dans les archives de l'école de musique de la Heerlen donne suffisamment d'éléments pour rédiger un premier article paru dans ' harmonie et la perspective « / » trente-sept contributions de zaslaw ' [Deventer, 1988]. Mon article a fait l'état des affaires : il y a trente-sept titres de compositions connues ; J'ai possédé d'onze ans, de deux exemplaires ou copies de l'original, j'ai eu. En outre, nombreuses Notice biographiques et autres connues le personnel susmentionné du fichier de données, les Archives de la BUMA, conversations avec Mme Harmes et autres ; très importants sont aussi les enregistrements de la phonogram archive de la « régional radio au sud » (maintenant ' radio Limburg »), sur lequel je grâce à la collaboration de Ed Gerits, chef du département de la musique classique et ancien élève de Andrée Bonhomme lui-même, pourrais avoir.

À ces coups de feu, il y avait un d'entendre de 1947 où Andrée était : elle joue du piano lui-même parti dans son ' Pièce en forme de Sonate ' [opus 86] avec le violoncelliste de Maastricht, Frère de Marcel. Dans un commentaire sur mon article, le professeur a écrit: « J'ai l'impression que Reeser une ou plusieurs compositions avaient lui a valu une place dans mon « essais de Style de musique néerlandaise ». Après que je lui avait une cassette avec des œuvres de Andrée envoyée il écrit: « il est dommage que je ne connaissais pas auparavant ce travail ; Il avait en effet gagné une place dans Style des « tests » ! Contributeurs tente d'obtenir un accord avec Louis Bos aussi Loek van Oppen se montra rien, sur une action ne veulent pas faire les manuscrits de revenir. En 1990, Margriet Ehlen il a réussi à ce que mon collègue n'était pas moi, jusqu'à ce que Louis a réussi à pénétrer dans la forêt. Ils ont obtenu un grand nombre de compositions non seulement consentir à fotokopieëren, mais aussi entendre sa version des faits. Le dilemme est resté ; le dit: « J'ai eu ce matériel », l'autre: ' il a seulement le prêt et doit le retourner mais je ne vous inquiétez pas pour la reconquérir. » Encore eu cette histoire une conclusion positive. Louis Bos se consacre après l'obtention de son diplôme sur le côté organisationnel de la pratique de la musique et décidé, maintenant il certainement pas favoriserait les années à venir, la boîte avec les scripts de transfert Mme Harmes-Bonhomme.

Cette décision sera certainement en partie dans un sens positif sont influencées par Margriet Ehlen et Harmes, petite-fille de Mme Harmes par Inge. L'héritage musical de Andrée en mai 1995, a été transféré à Mme Harmes. Ils m'a demandé de faire l'inventaire et a suggéré le matériel à ma disposition à cet effet dans les archives municipales de Maastricht. L'inventaire est fait dans la période du 9 mai au 14 août 1995. Au cours de cette période ont tous déjà dans mes manuscrits permanente de possession ainsi que d'autres 'vint ensuite"pour le matériel original ajouté au-dessus de l'eau. Un appel lancé via le programme de la radio par Ed Adams a donné un autre Gerits neuf et Sef jusqu'ici inconnu manuscrits. le 15 août 1995 sur l'ensemble de la collection fut transféré au gemeentemuseum de la Haye, où elle fut incluse dans la komponisten néerlandais Archives Ministère. Une partie de la collection, à savoir les scores de toutes les compositions sont terminées, avec sa mise en œuvre ­ matériel connexe (si équipé) était en microfilm et photocopie logés dans un spécial « Archives de l'ombre « dans les archives municipales de Maastricht. Cela facilitera la préparation des représentations et aussi l'étude de très grande majorité des compositions est possible sans la nécessité pour le voyage à la Haye.